Lastige financiering journalistiek werk werpt onnodige drempels op

Lastige financiering journalistiek werk werpt onnodige drempels op
Cover van het boek ‘De Nieuwe Journalist’ (Sjoerd Arends & Erwin van ’t Hof) / ISBN: 9789462989283

Wat is een vast contract toch makkelijk. Een normale werkweek, en er vervolgens zeker van zijn dat er aan het einde van maand een som geld op de rekening staat. Helaas is deze realiteit maar voor weinig journalisten weggelegd, en zelfs die groep slinkt. Zaken als onbetaalde uren, noodgedwongen niet-journalistiek werk, geldzorgen en stress zijn meer regel dan uitzondering. Veel journalisten kunnen daardoor niet doen waar hun hart echt sneller van gaat kloppen: kwalitatief diepgravend onderzoek, beschrijven de auteurs in het boek ‘De Nieuwe Journalist’ (Arends, 2020). “Ik ben via een met doornen bezaaid pad in het vak terechtgekomen en vond geen bad met rozenblaadjes.”

Het boek ‘De Nieuwe Journalist’ (Sjoerd Arends & Erwin van ’t Hof, 2011) beschrijft het moeilijke pad dat veel journalisten moeten bewandelen om een fatsoenlijk bestaan te kunnen opbouwen. De auteurs van het boek interviewden veel journalisten die – gedwongen of ongedwongen – als freelancer zijn gaan werken. Hoe knopen zij de eindjes aan elkaar? Hebben ze wellicht een radicaal nieuw verdienmodel gevonden? Of is het iedere maand weer spannend of de huur betaald kan worden?

Dilemma's

In het boek worden meerdere paradoxen beschreven. Goed journalistiek werk, met diepgravend onderzoek, kost tijd. Heel veel tijd. Die tijd zijn uren die niet (direct) betaald worden. Indien iemand zelf geen grote buffer heeft om die tijd te overbruggen, zal noodgedwongen naar ander werk uitgeweken moeten worden. Niet zelden is dat werk buiten de journalistiek, wat weer een ethisch dilemma op kan leveren. Als journalisten ook werken voor bedrijven met commerciële belangen, hoe kunnen zij dan onafhankelijk hun werk doen?

Een alternatief is fondsenwerving, maar dat is ook verre van gemakkelijk. Vaak eisen fondsen dat er al een grote uitgever of omroep achter het idee van een journalistiek product staat. Maar dat krijgt een nieuwkomer binnen het vak niet zomaar voor elkaar. Ze moeten zich bewijzen. Bovendien werken fondsen en omroepen doorgaans liever met journalisten die enkel zuiver journalistiek werk doen. Kortom: zonder een groot startkapitaal is de weg naar journalistiek succes lastig. Al is het niet fair om over succes te spreken. Er zijn immers genoeg onderzoeken waar geen bruikbare of nieuwswaardige resultaten uitkomen.

Meer dan een baan

“Je doet geen journalistiek werk, je bent journalist.” Een meer typerende uitspraak, die in het boek gegeven wordt, kan bijna niet. Het laat zien hoe erg mensen binnen de journalistieke wereld verknocht kunnen zijn met hun vak. Ze doen heel belangrijk werk in de samenleving, waarbij velen zelfs hun leven riskeren. Denk aan doodsbedreigingen bij onderzoek naar criminaliteit of verslaggeving vanuit conflictgebieden.

Voor veel journalisten is het daarom moeilijk om hun talenten echt tot uiting te laten komen. Er zijn mensen die de journalistiek noodgedwongen moeten verlaten. Dat harde bestaan is zorgelijk en kan mensen weerhouden van het vak. We moeten voorkomen dat belangrijke verhalen op de plank blijven liggen, aangezien we daar als samenleving niet beter van worden.

Het zou daarom een goed idee zijn om vanuit overheidswege een beter sociaal vangnet te bieden voor de journalistiek. Daar mogen uiteraard wel voorwaarden aan verbonden zijn om misbruik tegen te gaan. Het belangrijkste is dat journalisten beter hun werk kunnen doen, zonder stress te hebben over geld. Niet elke publicatie levert immers geld op, maar het belang ervan is vaak niet in geld uit te drukken. Dat helpt niet alleen de journalistieke sector zelf, maar kan ook helpen het vertrouwen in de journalistiek te herstellen en op termijn de samenleving te verbeteren. Wie wil weten hoe journalisten het nu aanpakken, heeft aan ‘De Nieuwe Journalist’ een goed boek.

Verwijzingen

Arends, S. (2020). De Nieuwe Journalist.Amsterdam University Press.